IEDER MENS IS GELIJK

Palestina Solidariteit Nieuwsbrief Nr 44

Facebook
Twitter
Email
Print

REDACTIONEEL

10 jaar Gazablokkade en 50 jaar verjoodsing van Jeruzalem: stop straffeloosheid en medeplichtigheid

Robert Piper, de humanitaire coördinator van de Verenigde Naties in de bezette Palestijnse gebieden, heeft op 14 juni gewaarschuwd voor een “ineenstorting van de essentiële diensten” in de Gazastrook. In de Gazastrook wordt niet veel meer geproduceerd. De economie is ruimschoots afhankelijk van de plaatselijke consumptie. Israël heeft sinds 2007 een totale zee-, lucht- en landblokkade op goederen en personen opgelegd. Er is nog steeds een in- en uitvoerverbod en de bewoners mogen de Gazastrook niet verlaten, uitgezonderd sommige zware zieken die in een Israëlisch ziekenhuis dringend moeten verzorgd worden. De Gazastrook lijkt dus steeds meer op een openluchtgevangenis. Op zee mogen de bewoners niet verder dan 6 zeemijlen vissen, terwijl er in het Oslo-akkoord sprake is van 20 zeemijlen. Als de vissers de toegelaten viszone overschrijden, worden ze door de Israëlische marine beschoten. Ook langs de grens met Israël werd een “acces restricted area” van 300 à 500 meter breed ingesteld: Palestijnen die zich in die zone wagen, worden zonder meer neergeschoten. Het bruto binnenlands product werd door de blokkade gehalveerd en 45 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Het werkeloosheidspercentage bedraagt 42 procent en zelfs 58 procent bij de jongeren tussen 15 en 20 jaar. De overgrote meerderheid van de bevolking, namelijk 80 procent, is afhankelijk van humanitaire hulp uit landen die de Israëlische blokkade steunen. Er is zelfs sprake van een “humanitaire stress” of “schok”. Het aantal zelfmoorden stijgt en het aantal echtscheidingen is van 2 procent naar 40 procent gestegen. Jongeren zoeken betaald werk bij militante organisaties zoals de Al Qassam brigades. In oktober 2014 hadden een aantal landen in Kaïro 3,5 miljard dollar beloofd om de Gazastrook herop te bouwen. Minder dan de helft werd uitgegeven en 60 percent van de door Israël in de zomer van 2014 vernielde huizen moeten nog heropgebouwd worden.

Naast een schrijnend tekort aan geneesmiddelen is er ook een gebrekkige bevoorrading van elektriciteit. Op 12 juni verminderde de Israëlische regering het aantal geleverde kilowatt elektriciteit met 35 à 40 procent. In april had Mahmoud Abbas, de president van de Palestijnse Autoriteit, beslist om aan Israël slechts 60 procent van de maandelijkse factuur (12,2 miljoen dollar) voor het elektriciteitsverbruik in de Gazastrook te betalen. Dit alles heeft tot gevolg dat de bewoners van de Gazastrook nog slechts over drie uur in plaats van vier uur elektriciteit per dag beschikken. Op 16 april moest de enige elektriciteitscentrale in de Gazastrook de levering van elektriciteit bij gebrek aan brandstof stopzetten, met dramatische gevolgen voor de ziekenhuizen. Inderdaad door het gebrek aan brandstof kunnen de generatoren in de ziekenhuizen niet werken. De nieuwe vermindering van elektriciteitslevering zal de problemen nog verscherpen. Ook voor de waterdistributie en de verwerking van het afvalwater is dit niet zonder gevolgen. Om de vier à vijf dagen ontvangen de bewoners gedurende 4 à 8 uur drinkbaar water. Dit zal nu ook in het gedrang komen. Bovendien komt er per dag 120 miljoen liter ongezuiverd afvalwater in de zee terecht. Als de rioolpompen niet meer kunnen werken, bestaat het risico dat het afvalwater op straat terechtkomt.

En dan is er nog de systematische verjoodsing van Oost-Jeruzalem dat in juni 1967 werd bezet. Zo werden een aantal Israëlische instellingen en ministeries naar Oost-Jeruzalem overgebracht, zoals het Ministerie van Wetenschap en Technologie, het Ministerie van Nationale Veiligheid en het hoofdkwartier van de Nationale politie. Daarentegen werden een aantal Palestijnse instellingen in Oost-Jeruzalem gesloten. In 1996 was dit het geval voor het bureau van de Palestijnse radio, het Palestijns centrum voor statistiek en de Palestijnse gezondheidsraad. In 2001 werd het Orient House, het hoofdkwartier van de PLO, gesloten. Ook tientallen Palestijnse burgerlijke organisaties werden opgedoekt, zoals in juli 2009 het Nidal gemeenschapscentrum.

Daarnaast gaat de Israëlische staat door met het slopen van Palestijnse huizen en wijken, zoals Silwan, inclusief de verplaatsing van honderden Palestijnse bewoners ten gevolge van de uitbouw van nieuwe joodse kolonies in “Groot-Jeruzalem”.

Het beleid van intrekking van het verblijfsrecht van Palestijnen in het in 1980 geannexeerde Oost-Jeruzalem beoogt op lange termijn demografische wijzigingen en de versterking van de joodse meerderheid in Jeruzalem.

Dit gebeurt allemaal in volle straffeloosheid en met de medeplichtigheid van de internationale gemeenschap. Deze maand verlengde de Europese Unie met een jaar de sancties tegen Rusland wegens de bezetting van de Krim. Maar waarop wachten de Europese unie en België om sancties tegen Israël te nemen en Israël te dwingen de Gazablokkade op te heffen en de bezette Palestijnse gebieden te ontruimen, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, overeenkomstig de VN-resolutie 242 van 22 november 1967? Ook Egypte moet onder druk gezet worden om voor de bewoners van de Gazastrook de doorgang van Raffah opnieuw permanent te openen. 

Het redactieteam                                                                                   Brussel, 29 juni 2017

50 jaar Israëlische bezetting en kolonisatie

Ludo De Brabander 5 juni 2017 http://www.uitpers.be

Op 5 juni 2017 is het 50 jaar geleden dat een Israëlische verrassingsaanval de bezetting inluidde van de Egyptische Sinaï, Gaza, Westelijke Jordaanoever en de Syrische Golanhoogte (foto: Ludo De Brabander)

Minister van Defensie Moshe Dayan doopte de ‘miraculeuze’ overwinning ‘zesdaagse oorlog’, een wenk naar de zes scheppingsdagen in Genesis. Voor de Arabische wereld was het een traumatische ervaring: de an-naksah, een tweede naoorlogse “tegenslag” volgend op de al-nakba (“catastrofe”) van 1948.

Datzelfde jaar nog, op 22 november, stemde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties die in de preambule benadrukt dat de overname van grondgebied door oorlog ontoelaatbaar is, de terugtrekking van de Israëlische troepen uit de bezette gebieden en spreekt over het recht van elk land om in vrede te leven. Daaruit groeide het principe van ‘land in ruil voor vrede’.

Het Allon-plan

Van meet af aan werd evenwel duidelijk dat Israël absoluut niet van plan was om de gebieden die het had veroverd te ontruimen. Kort na het begin van de bezetting broedde de regering van premier Eshkol op een plan dat de annexatie en kolonisatie van een deel van de bezette gebieden moest concretiseren. In juli 1967 kwam ze met het Allon-plan op de proppen. Dat plan was gebaseerd op de doctrine dat de Israëlische soevereiniteit over een belangrijke deel van de bezette gebieden noodzakelijk was voor de verdediging van Israël. Alle latere plannen volgden de grote lijnen van het Allon-plan: annexatie en bouw van nederzettingen in de dunbevolkte gebieden met in de eerste plaats een brede strook in de strategisch belangrijke Jordaanoever. De Israëlische strategie is vandaag nog altijd dezelfde: zoveel mogelijk land (en water) met zo weinig mogelijk Palestijnen en de nieuwe grenzen van Israël vastleggen via een politiek van voldongen feiten. De toenmalige regering van Levi Eshkol liet er geen gras over groeien.

Kolonisatie

Nog in hetzelfde jaar van de zesdaagse oorlog, begon Israël met de bouw van de nederzetting Kfar Etzion in Hebron. Een geheime memo van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken waarschuwde nochtans dat de oprichting van nederzettingen in bezet Palestijns gebied illegaal is volgens de Vierde Conventie van Genève. Maar dat stopte de bouwwoede niet. Opeenvolgende regeringen van de Arbeiderspartij (1967-1977) bouwden 21 nederzettingen in de Jordaanvallei en op de flanken van ‘Samaria’, zoals zionisten het gebied met de heuvels in het noordelijke deel van de Westelijke Jordaanoever noemen. In 1972 woonden er al 10 608 Israëlische burgers in de bezette gebieden, van wie de meesten in Oost-Jeruzalem.

Dat was klein bier in vergelijking met de decennia daarop toen de kolonisatie exponentieel groeide. Een actieve Israëlische kolonisatiepolitiek via een voordelig fiscaal regime, lage rentes, etc… zorgde er voor dat bevolkingsaanwas in de kolonies veel hoger begon te worden dan in Israël zelf. Twintig jaar later, aan de vooravond van de Oslo-akkoorden die tegemoet moesten komen aan het “recht op Palestijnse zelfbeschikking”, was de kolonistenpopulatie al aangegroeid tot 280 000 (met inbegrip van de Syrische Golan-hoogte)

Twee-staten-oplossing

De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) die sinds de oprichting van Israël inzette op de gewapende strijd tegen Israël, veranderde het geweer van schouder. In Algiers (1988) stemde de Palestijnse Nationale Raad (het ‘parlement’) een onafhankelijkheidsverklaring die gepaard ging met een oproep voor multilaterale onderhandelingen op basis van resolutie 242. Het ging om een ‘historisch compromis’: de aanvaarding van een tweestatenoplossing en het bestaansrecht van Israël wat de deur opende voor onderhandelingen.

Oslo-akkoorden

Op 13 september 1993 gingen historische beelden de wereld rond. PLO-leider Yasser Arafat en de Israëlisch premier Yitzhak Rabin schudden elkaar de hand om het Oslo-akkoord te bezegelen in het bijzijn van de Amerikaanse president Bill Clinton. Het ging om een ‘Principeverklaring’ voor Palestijns zelfbestuur.

Daarin erkenden beide partijen formeel dat een permanente oplossing voor het conflict gebaseerd diende te zijn op resoluties 242 (1967) en 338 (1973) van de VN-Veiligheidsraad. Israël zou zich terugtrekken uit de gebieden die het sinds 1967 bezet. Alle betrokken partijen accepteerden de territoriale integriteit, politieke onafhankelijkheid en de soevereiniteit van elke staat in de regio.

De euforie was groot. Er was sprake van een ‘vredesproces’ dat een jaar later zelfs werd beloond met een Nobelprijs voor de Vrede. In het zog van Oslo I kwam het tot een wederzijdse erkenning: de PLO aanvaardde de staat Israël en zweerde het gebruik van geweld af. De Israëlische regering erkende de PLO als de legitieme vertegenwoordiger van het Palestijnse volk.

Het zogenaamde vredesproces zou in werkelijkheid leiden tot een aanslepend onderhandelingsproces dat Israël gebruikte om tijd te winnen en zo de kolonisatie intenser dan ooit tevoren door te voeren. Een tweede Interim-akkoord (Oslo II) in september 1995 baarde een gedrocht met verkiezingen voor Palestijnse instellingen zonder een eigen grondgebied. Er kwam een versnipperde kaart uit de bus met stukjes A, B en C-gebieden, zogenaamd een tijdelijke overgangsmaatregel die nog altijd voortduurt. In A en B kwam het tot een vorm van autonoom bestuur, maar nooit tot volledige soevereiniteit. Het grootste deel, de C-gebieden (60 procent van de Westelijke Jordaanoever), bleven onder Israëlische militaire controle. Oost-Jeruzalem was al eerder, in 1980, middels een ‘basiswet’ (Israël heeft geen grondwet) geannexeerd en uitgeroepen tot ondeelbare hoofdstad van Israël ondanks luid internationaal protest en een resolutie van de VN-Veiligheidsraad.

Het Oslo-bedrog

De Palestijnse bevolking had al gauw door dat ze bedrogen werd en kwam eind 2000 voor een tweede keer in opstand (intifada). Ze reageerde tegen het uitblijven van een definitieve regeling van de belangrijkste knelpunten, zoals de oprichting van een Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, het recht op terugkeer voor de vluchtelingen, de toegang en controle over het schaarse water, … en de Israëlische politiek van voldongen feiten. Zeven jaar na Oslo was het aantal kolonisten in de Westelijke Jordaanoever nagenoeg verdubbeld. Met andere woorden, terwijl er onderhandeld werd over het grondgebied voerde Israël het tempo van de kolonisatie op met een factor drie. Goed tien jaar na de Oslo-akkoorden was de kolonistenpopulatie in de Palestijnse bezette gebieden aangegroeid van 269 000 naar 426 000 in 2004. Tegenwoordig wordt het aantal kolonisten dat in Palestijns bezet gebied leeft geraamd op meer dan 600 000. Een bezettingsinfrastructuur met een afscheidingsmuur (en -hekken), honderden controleposten, Apartheidswegen en militaire basissen moet zorgen voor de veiligheid en mobiliteit van de kolonisten, maar doet net het omgekeerde voor de Palestijnen.

Met de kolonisatie maakte Israël zelf een einde aan de tweestatenoplossing. Zoals de situatie nu is, is het quasi ondoenbaar om nog een staat op te richten op de vele van elkaar gescheiden eilandjes grondgebied (de Palestijnse ‘Bantoestans’). Paradoxaal genoeg heeft dit het debat weer doen opleven over wat het oorspronkelijke Allon-plan net moest helpen vermijden: de oprichting van een binationale staat. In democratische zin gaat het dan over een staat waarin beide volkeren gelijke rechten hebben en afstand wordt genomen van het zionistische concept van een joodse staat. In Israël zelf is twintig procent van de bevolking nu al Palestijns. Het gaat om de oorspronkelijke bevolking die niet gevlucht is of weggezuiverd tijdens de oorlog van 1948. Zij hebben een Israëlisch staatsburgerschap, maar als niet-jood beschikken ze niet over alle rechten wat hen de facto tot tweederangsburgers maakt die tal van discriminaties moeten ondergaan. Een democratische binationale staat zou ook voor hen een oplossing kunnen zijn. De politieke situatie vandaag waarbij extreemrechts en het zionisme het Israëlische politieke toneel beheersen maakt dat dit momenteel nog lang een ijdele droom zal blijven.

Internationale verantwoordelijkheid

Dat zou kunnen veranderen als de zogenaamde ‘internationale gemeenschap’ haar verantwoordelijkheid opneemt om uit te voeren waar het zelf voor heeft gekozen. De tolerantie voor de Israëlische inbreuken op het internationaal recht hebben de situatie volledig doen verrotten. Tientallen VN-resoluties wachten op hun uitvoering. Erger nog, de Verenigde Staten en de Europese Unie die al veel lippendienst leverden aan de Palestijnse zaak en het Palestijnse recht op zelfbeschikking hebben in werkelijkheid een pro-Israëlische politiek gevoerd. De Verenigde Staten geven al decennia militaire steun aan de zionistische staat die alleen maar is gegroeid.

Aan het eind van zijn ambtstermijn tekende VS-president Obama  dat er voor zorgt dat Israël het komende decennium elk jaar 3,8 miljard dollar aan militaire steun krijgt vanaf het fiscale jaar 2019. Het akkoord volgt op een eerder akkoord toen de steun ‘nog maar’ 3 miljard dollar bedroeg. Het Witte Huis verspreidde een persbericht om te stellen dat de steun van een “niveau zonder precedent” is en dat het gaat om de “meest recent uitdrukking van de onwankelbare inzet van president Obama voor de veiligheid van Israël.” In werkelijkheid maakt deze militaire steun het mogelijk dat Israël zijn bezettings- en repressiepolitiek in de Palestijnse gebieden kan handhaven.

De Europese Unie, die de mond vol heeft met verklaringen voor een Palestijnse staat en er voortdurend op hamert dat de Israëlische nederzettingen illegaal zijn, voert tegelijk de samenwerking met Israël op via het Europese Associatie-akkoord met Israël dat in artikel 2 nochtans stelt dat mensenrechten een essentieel onderdeel vormen van dat akkoord. Het Associatie-akkoord zorgt voor voordelige markttoegang voor Israëlische producten, ook uit de kolonies. Zo voeren de landen van de Europese Unie vijftien keer meer producten in uit de kolonies dan van de Palestijnen. Via het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma ‘Horizon 2020’, rijven Israëlische bedrijven, overheden en universiteiten jaarlijks miljoenen subsidies binnen, met inbegrip van Israëlische wapenbedrijven. Toen de Krim zich na een referendum afscheidde van Oekraïne en zich aansloot bij Rusland reageerde de Europese Unie heel vlug met economische sancties. Maar jarenlange internationale campagnes van Palestijnse en internationale organisaties die oproepen om de economische banden door te knippen met de kolonies die de EU zelf als illegaal definieert, vallen in dovemansoren. De Israëlische bezettings- en kolonisatiepolitiek is niet voor het eerst het ultieme voorbeeld van de Europese twee-maten-twee-gewichten-politiek, van ronkende verklaringen die tegengesteld zijn aan het beleid, kortom van Europese hypocrisie.

Ludo De Brabander

Ludo De Brabander studeerde pers- en communicatie aan de Universiteit Gent. Sinds 1995 werkt hij voor Vrede vzw, een linkse vredesorganisatie met kantoor in Gent. Tegenwoordig is hij er de woordvoerder. Hij is auteur van o.m. ‘Als de NAVO de passie preekt’ (EPO, 2009 – samen met Georges Spriet) en ‘Oorlog zonder grenzen’ (EPO, 2016). Hij is van bij de start (1999) redactielid van Uitpers

Terwijl 100 jaar geleden, in 1917, Groot-Brittannië in de Balfour verklaring de zionistische plannen voor een Joods nationaal tehuis in Palestina éénzijdig ondersteunde;

terwijl 70 jaar geleden, in 1947, de Verenigde Naties instemde met het plan om Palestina te verdelen en er tijdens deze ingreep een etnische zuivering plaatsvond waarbij 3/4 van de Palestijnse bevolking van hun gronden verjaagd werd, terwijl de uitvoering van het tweede deel van het plan, m.n. de oprichting van een Palestijnse staat, nog steeds geen realiteit is;

terwijl 50 jaar geleden, tijdens de Zesdaagse oorlog in 1967, Israël de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, de Gazastrook en de Golanhoogten bezette en onmiddellijk begon met de kolonisering van deze gebieden waarbij het de Internationale Mensenrechten en VN-resoluties met de voeten trad;

duurt vandaag, in 2017, de bezetting nog steeds voort, worden Palestijnse gronden nog steeds door Israëlische kolonisten in beslag genomen, wordt de Palestijnse maatschappij verder verbrokkeld, is de Palestijnse bevolking onderworpen aan een gewelddadige repressie tegen elke vorm van weerstand, ook de vreedzame.

Vandaag, in 2017, schaadt de bezetting in ernstige mate de ontwikkeling van Palestina onder vorm van een volledige blokkade van Gaza, de vele checkpoints op de Westelijke Jordaanoever, de wildgroei van kolonies en apartheidswegen voorbehouden aan kolonisten, de afscheidingsmuur.

Vandaag, in 2017, leven meer dan 6 miljoen Palestijnse vluchtelingen in ballingschap, vaak in kampen, zonder van hun recht op terugkeer gebruik te kunnen maken, en meer dan 1,5 miljoen Palestijnen leven als tweederangsburgers in Israël en lijden onder discriminatie.

Vandaag, in 2017, blijft Israël genieten van een totale straffeloosheid niettegenstaande de vele veroordelingen uitgesproken door internationale instellingen en niet-gouvernementele organisaties. Door de afwezigheid van sancties uitgesproken door deze internationale instellingen en gemeenschappen, versterken de Israëlische leiders hun racistisch en discriminerend beleid: legalisatie van de joodse nederzettingen, in hechtenis nemen van minderjarigen, vernietiging van Palestijnse infrastructuur, opvoeren van druk op mensenrechten- en vredesorganisaties in Israël, verbod op toegang tot het Israëlisch grondgebied enz.

We mogen de historische verantwoordelijkheid van de Europese staten in deze tragedie niet vergeten maar we mogen ook de vraag naar de medeplichtigheid aan het in stand houden van deze situatie niet ontwijken. De Europese Unie en haar lidstaten dragen immers bij tot de instandhouding van deze bezetting door enerzijds systematisch te weigeren Israël voor zijn oorlogsmisdaden te sanctioneren en anderzijds door te blijven samenwerken op economisch en militair vlak en op dat van veiligheid.

Reeds decennialang getuigen teksten van internationale instellingen van het illegale karakter van deze bezetting: de talrijke VN-resoluties, de adviserende uitspraak van het Internationale Gerechtshof over de ligging van de afscheidingsmuur die door Israël werd opgericht in de Bezette Gebieden, de eis gevestigd in het Internationale Recht die duidelijk stelt, dat men de bezetting niet mag erkennen, noch er borg voor mag staan en er steun aan verlenen.

Decennialang hebben deze wetteksten, resoluties en rapporten er niet voor kunnen zorgen dat de Palestijnen vandaag kunnen genieten van een elementair recht: in vrijheid kunnen leven in een staat die hen van rechtswege toekomt.

Om al deze redenen lanceren wij, burgers uit België en van elders, ons bewust van de rol die onze regeringen hierin spelen alsook van hun verantwoordelijkheden inzake Internationaal recht, een oproep om de eisen van de campagne “Palestina 50 jaar bezetting” te steunen.

Concreet vragen wij aan onze Belgische regeringen, federale en regionale, in het bijzonder aan minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders en aan minister van Economie Kris Peeters, een einde te stellen aan de economische, politieke en wetenschappelijke relaties die België onderhoudt met de Israëlische bezetters, en wel door volgende maatregelen te nemen:

een verbod op de invoer en commercialisering op de Belgische markt van producten afkomstig uit de Israëlische kolonies;

de uitsluiting van de Israëlische kolonies uit alle bilaterale akkoorden en het opgeven van samenwerking met Israël.

De ondertekende organisaties:

  • 11 11 11
  • CNCD
  • ABVV Algemeen Centrale
  • Association Belgo-Palestinienne (ABP)
  • Broederlijk Delen
  • Geneeskunde voor de derde Wereld
  • Intal
  • Palestina Solidariteit
  • Pax Christi Vlaanderen
  • Solidarité Socialiste
  • Vrede vzw
 

Palestijnen in Israël, een weeffout in de Joodse staat

Tine Danckaers – MO*REDACTIE – Midden-Oosten & migratie – 9 juni 2017

Ingekorte versie

Eén op de vijf inwoners van Israël is Arabisch, of Palestijns. Ze mogen dan wel meer vrijheid en privileges hebben dan de Palestijnen in de Bezette Gebieden, hun Israëlische regering schijnt hen eerder als een vergissing uit het verleden te zien dan als volwaardige burgers. Tine Danckaers trok naar Israël, op zoek naar de verdomde Palestijnen.

Discriminatie bestaat

Gelijke kansen lijken in Israël beter te werken in brochures dan in werkelijkheid. Begin mei 2017 keurde een Israëlisch ministercomité een controversiële voorlopige wet goed om het Arabisch als officiële taal af te schaffen. Die wet is bedoeld om Israëls toekomst als ‘nationaal thuis van de Joodse mensen’ veilig te stellen, schrijft de Israëlische liberale krant Haaretz. De wet maakt ook duidelijk dat de Palestijnen met Israëlisch staatsburgerschap, één op de vijf burgers dus, hun taal en cultuur maar beter in de kast stoppen.

Ook uit andere wetten spreekt dat Israël de Palestijnen duldt, maar dat ze zich niet al te Palestijns moeten gedragen. Zo is er de Nakba-wet, gericht tegen kritiek op het Joodse ontstaansverhaal van Israël. Er is de immuniteitswet, die de politieke immuniteit van specifiek de Arabische parlementsleden bedreigt.

In het gesegregeerde onderwijs krijgen Palestijnse scholen minder subsidies dan Joodse scholen, en plek om te bouwen, krijgen Palestijnen nauwelijks.

Ken je geschiedenis

‘In schoolboeken leren kinderen en jongeren niet over Palestijnen, tenzij het over terrorisme gaat. Er wordt systematisch neerbuigend gepraat over Arabieren: onderontwikkelde boeren, armen en terroristen’, zegt ook hoogleraar en linguïste Noerit Peled, die onderzoek deed naar beeldvorming over Palestijnen. ‘Ik onderzocht zoveel boeken en ik vond nergens een afbeelding of een verwijzing naar een normale, opgeleide Palestijn. Nergens. Dat is racistisch en problematisch in hoe wij de Palestijnse burgers van Israël zien.’

En ook Palestijnen leren dat dus zo, want hoewel ze naar Palestijnse scholen gaan, is het curriculum het product van de Joodse staat. Dat curriculum geldt in de vier types van het Israëlisch onderwijs: staatsreligieus, staatsseculier, charedi (of Joods-orthodox) en Arabisch. ‘Leerkrachten worden echt gescreend door de staat. Wie lesgeeft in een Arabische school, waar Hebreeuws overigens verplicht is, moet binnen de lijnen kleuren’, zegt Nasjif. ‘Doe je dat niet, dan mag je er zeker van zijn dat je even later oog in oog zit met de Staatsveiligheid. Gevolg: ook al zouden we willen, op onze scholen vind je de Palestijnse geschiedenis niet terug.’

Co-existentie, waar dan?

‘Het progressieve Haifa, de derde grootste stad van Israël, is bekend om de vreedzame co-existentie van de hier wonende Joden en Arabieren, die een kwart van de bevolking uitmaken.’ Dat lees ik in mijn Nederlandse reisgids (2015). Ik leg het citaat meermaals voor aan Palestijnen die ik in Haifa ontmoet. Het leidt minstens tot opgetrokken wenkbrauwen. ‘Haifa is inderdaad meer vrijgevochten en relaxter dan andere gemengde steden’, klinkt het. ‘De tegenstellingen zijn hier minder scherp, maar we leven naast en niet met elkaar.’ Volgens onderzoek van het Pew onderzoekscentrum is 1 procent van de Palestijnse Israëlische burgers en 2 procent van de Israëlische Joden getrouwd met een partner van een andere religie. Dat is in Haifa niet anders, verzekeren mensen me.

Dat zegt ook Myssana Morany, advocate bij het mensenrechtencentrum Adalah. ‘Er zijn gemengde steden zoals Haifa en Jaffa of Acre. Maar ook hier is er segregatie, leven mensen in hun eigen wijken.’ En natuurlijk zijn er gemengde Hand-in-handscholen, die streven naar wederzijdse integratie. Er zijn eveneens culturele initiatieven waar Joodse en Palestijnse Israëli’s creativiteit en producties delen, zoals de rappers van System Ali of het Jaffa Theater, waar Palestijnen en Joden samen op de planken staan. Maar talrijk zijn zulke initiatieven niet.

‘Als je onder co-existentie verstaat dat Israëli’s bij de Palestijnen in Wadi Nisnas hummus en falafal gaan eten, dan kan je “ja” aanvinken’, zegt Bilal Dirbas, oprichter van Bilaaks, een organisatie die alternatieve rondleidingen in Israël, Palestijnse Gebieden en de Golanhoogte aanbiedt. Tijdens zijn rondleiding in Haifa verwijst Dirbas naar het jaarlijkse cultuurfestival dat in de Palestijnse wijk Wadi Nisnas wordt gehouden. Het is een jaarlijkse schertsvertoning, klinkt het. ‘Hoe geloofwaardig is dit als je weet dat het stadsbestuur er alles aan doet om de Palestijnse geschiedenis uit te wissen?’

Dirbas leidt me langs Palestijnse huizen die de staat opvorderde onder de zogenaamde Afwezigenwet, langs prachtige oude islamitische grafzerken geprangd tussen nieuwe wegen en wijken in opbouw, langs kerken en moskeeën die gesloten werden, maar behouden als “heilige plaatsen”. Veel spiritualiteit straalt van die religieuze gebouwen echter niet af. Dit zijn fossielen uit een niet gewenst Israëlisch verleden in een nieuwe hightechomgeving ingepalmd door regeringsgebouwen. En er komt nog meer, Haifa moet het Barcelona van Israël worden. Tegen 2025 wil de stad de hipste plek van Israël zijn en tienduizenden nieuwe – Joodse – inwoners aantrekken. Dat zal gebeuren door een nieuwe verbinding aan te leggen tussen de zee en het stadscentrum, lees: door Beneden-Haifa, de Palestijnse wijken.

Het Arabische Haifa werd na 1948 langzaam vernietigd, zoveel maakt de rondleiding en ook onderzoek van de Israëlische historicus Ilan Pappé duidelijk. Dirbas wijst me nadrukkelijk op het belang van 1948, toen een groot deel van de 70.000 Palestijnen ontheemd werd nadat Joodse troepen de stad “schoonmaakten”. De overblijvende 30.000 Palestijnen, ook de Palestijnse elite die op de Karmelberg woonde, werden door Joodse milities gedwongen om naar Wadi Nisnas of elders naar de benedenstad te verhuizen.

Vandaag dreigt wat nog rest van het Palestijnse karakter van een andere bekende Palestijnse wijk, Wadi al-Salib, met de grond gelijk gemaakt te worden. Al jaar en dag liggen hier plannen klaar om er een Joodse kunstenaarswijk van te maken.

‘Onze lucht is Palestijns’

In een oud kraakpand in een achterafsteegje ligt wellicht een van de bekendste hipsterplekken van Haifa, Kabareet. In deze Palestijnse cultuurclub is het motto: wat we zelf doen, doen we onafhankelijker. Kabareet werd nog geen twee jaar geleden opgericht door jonge Haifanen, en is een nieuw kloppend hart voor al wie Palestijns, cultureel en progressief is. Maar het wordt evengoed door Joodse culturo’s bezocht. Iedereen is welkom, maar de boodschap is wel: de producties zijn Palestijns.

‘Ayed Fadel. ‘Zeven jaar geleden kwamen we, nadat ieder van ons naar het buitenland uitgevlogen was voor studies, met een aantal vrienden opnieuw samen in Haifa. Het eerste wat ik dacht, na mijn verblijf in New York, was: wat Palestijns is, is saai. We waren letterlijk blijven steken in de jaren negentig. Daar moest verandering in komen. We begonnen raves te organiseren, boekten muziek- en dansoptredens, deden tentoonstellingen, en sinds anderhalf jaar hebben we een vaste stek met een hippe bar.’

Fadel noemt Kabareet een plek van vertrouwen voor jonge Palestijnen, die niet alleen het gevestigde institutionele eenheidsdenken in Israël uitdagen, maar ook hun eigen conservatieve samenleving. ‘Jongeren hebben recht op een verleden, maar ook op een toekomst waarin ze hun eigen identiteit en niet die van vorige generaties kunnen ontplooien’, aldus Fadel.

Nazareth Ilit

Het overvolle, volgebouwde Nazareth kan zelf allang niet meer uitbreiden. Dat is anders voor buurstad Nazareth Ilit of Boven-Nazareth, een Joodse stad die in 1957 werd gesticht. Ze werd een belangrijk economisch centrum van Galilea, of Noord-Israël, en diende volgens Israëlische planologen om een begin te maken met de verjoodsing van Galilea. In de jaren negentig behoorde de stad tot de snelst groeiende steden van Israël, onder meer door sterke immigratie uit Rusland.

Nazareth Ilit werd gebouwd op land van Palestijnen, in beslag genomen voor “publieke doeleinden”, en ondergebracht bij de Israëlische Landadministratie (ILA), die 93 procent van de Israëlische grond in handen heeft. Het principe was en is nog steeds: staatsgrond van de ILA kan niet verkocht, enkel gepacht worden. Maar door nieuwe amendementen werd het in 2009 mogelijk dat de ILA toch grond verkocht, aan uitsluitend Joodse ontwikkelaars. Regelrechte privatisering van gestolen vluchtelingengrond noemt Myssana Morany van Adalah dit. Het is een praktijk die in heel Israël plaatsvindt.

Wehbe Badarne van de Arabische arbeidersvakbond in Nazareth neemt me mee voor een “tour light” rond Nazareth Ilit. Hij wijst hoe Palestijnse dorpen ingesloten worden door nieuwe infrastructuur. Nieuwe wegen bijvoorbeeld lijnen de grenzen van de Palestijnse dorpen strak af, en blokkeren daarmee hun uitbreiding. ‘Een van de grootste problemen waar we mee kampen is tekort aan grond om nieuwe huizen te bouwen’, zegt Badarne. ‘Het is oud nieuws: Israël geeft geen vergunningen aan Palestijnen, Palestijnen worden meer dan twintig jaar wachten moe, en bouwen zonder vergunning. En zo hangt een constante dreiging van afbraak boven de hoofden van veel mensen.’

Voor Badarneh staat de judaïsering van de Palestijnse ruimte in Israël, onder meer rond Nazareth, gelijk aan hedendaagse kolonisering. ‘Kolonisering blijft heus niet beperkt tot de Groene Lijn van 1967. Nederzettingen worden ook in Israël zelf gebouwd, alleen erkent de internationale gemeenschap deze Joodse inplantingen op Palestijnse grond niet als nederzettingen omdat het binnen de grenzen van Israël gebeurt. Maar stel je voor dat je buur, een Nederlander, jouw land zou afnemen, de olijfbomen zou omhakken en er grote groepen Nederlandse immigranten zou installeren. Hoe zou jij dat noemen?’

De ringen van geweld en de beperkingen voor Palestijnse boeren

Amira Hass[1] is correspondente in de bezette gebieden voor de Israëlische krant Haaretz. Op 12 juni hiel ze een lezing in Brussel. Hieronder een aantal punten uit haar uiteenzetting.

De ringen van geweld

Het is moeilijk dat de bezetting van de westelijke Jordaanoever volledig genormaliseerd is. Voor settlers worden nieuwe wegen aangelegd. Palestijnse gemeenschappen mogen niet van deze wegen gebruik maken, maar ook niet met eigen middelen hun verwaarloosde wegen herstellen.

De kolonies op de Westbank worden steeds groter. Hass sprak over ‘ringen van geweld’. Doordat settlers Palestijnen fysiek bedreigen, wordt de leefruimte van Palestijnen steeds kleiner.

Ook sprak Hass over de doordachte planning die achter bepaalde processen zit. Men verovert land niet via veldslagen, maar via een doordacht langzaam lopend proces.

Beperkingen voor Palestijnse boeren

Aan Palestijnse boeren worden steeds meer regels opgelegd. Die regels worden niet gepubliceerd. Door de nederzettingen zijn bepaalde landbouwgronden niet meer goed bereikbaar. Israël verbiedt dat willekeurige personen een stuk land bewerken. Het mag alleen door de officiële eigenaar gebeuren en dat op beperkt aantal dagen per jaar. Eén eigenaar mag niet een groot stuk land hebben, maar moet het verdelen onder zijn nakomelingen. Israël bepaalt hoeveel dagen men op het land mag komen. Voor peper mag dat bijvoorbeeld maar 5 maal per jaar. De slagbomen die toegang bieden tot het land, gaan maar een paar keer per dag open. Het is verboden op het land te overnachten. Kleine stukken land mogen maar één keer per jaar bewerkt worden. Bij minder dan 350m2mogen er geen gewassen verbouwd worden. Overbodig te zeggen dat dit soort beperkingen niet voor de joden gelden. Het gevolg van al deze maatregelen is dat het land minder bewerkt wordt. Als kleine stukken land niet worden bewerkt, worden ze door kolonies in beslag genomen. Dit is een langzaam proces dat wel voortdurend verder gaat.

 

Resolutie 194 en de arbitragecommissie

Op 6 juni jl. was de Israëlische schrijver Nir Baram te gast in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. In een opmerkelijke bijdrage[1] aan het Duitse weekblad Der Spiegel spreekt hij over de vergeten resolutie 194 van de VN. Hij pleit voor initiatieven van onderop die de politieke impasse van nu kunnen doorbreken. Hieronder een excerpt.

1948 of 1967?

De resolutie 194 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bepaalt dat de zowat 700 000 Palestijnen, die tijdens de oorlog van 1948 vanuit het gebied van de latere staat Israël naar de Westelijke Jordaanoever of de buurlanden gevlucht zijn of verdreven werden, zo vroeg mogelijk moeten terugkeren of een schadevergoeding moeten bekomen. De meeste Palestijnen interpreteren resolutie 194 als volgt: alle Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen mogen niet enkel naar de Westelijke Jordaanoever maar ook naar Tel Aviv en Jeruzalem terugkeren. Resolutie 194 is bij vele Israëli’s onbekend. Het houdt hen in ieder geval niet bezig. Voor hen is het conflict tussen Israël en de Palestijnen pas met de zesdaagse oorlog van juni 1967 begonnen, toen Israël de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem veroverde en bezette. Wat meespeelt is dat de aanhangers en vertegenwoordigers van de Arbeiderspartij, de mensen die de staat Israël hadden opgericht, medeverantwoordelijk waren voor de verdrijving van de Palestijnen. En meestal waren zij het ook die zich de bezittingen, de huizen, de velden, ja zelfs af en toe ook de koelkasten van de verdreven Palestijnen toe-eigenden. En daarom willen al deze Israëli’s, hun kinderen en kleinkinderen, onder wie zich de meesten als links beschouwen, niet graag over 1948 spreken.

Een arbitragecommissie?

In de resolutie 194 is er ook sprake van het oprichten van een arbitragecommissie door de VN om een vreedzame oplossing te vinden voor het vluchtelingenprobleem. Wellicht hebben we inderdaad commissies nodig, nadat alle andere ideeën en initiatieven mislukt zijn. Commissies waaraan bij voorkeur vele Israëli’s en Palestijnen deelnemen, maar geen regeringsleden, enwaar over alles gesproken wordt: de bezetting, de kolonies, de doden, de rechten van Joden en Palestijnen in dit land, maar vooral over de oorsprong van het conflict, namelijk de oorlog van 1948 en de verdrijving van de Palestijnen.

Op kleine schaal, en niet onbelangrijk voor de Europese en Amerikaanse buitenlandse politiek, gebeurt iets dergelijks nu al. Bijvoorbeeld de beweging “Twee staten, één thuisland” (two states, one homeland), die pleit voor een soort confederatie van twee aparte staten op een gemeenschappelijk grondgebied waar alle burgers gelijke bewegingsvrijheid genieten. Dit idee is precies gegroeid uit de ontmoeting tussen Joden en Palestijnen, die vier jaar lang over alles, werkelijk alles met elkaar gesproken hebben. Er is hier zeker nog geen sprake van volledig uitgewerkte ideeën, wel van enkele opflakkerende lichtjes in het donker. Natuurlijk zijn er ook in deze initiatieven punten vatbaar voor kritiek. Maar belangrijk is dat het hier gaat om ideeën van Palestijnen en Israëli’s die met elkaar gesproken hebben.


[1]Nir Baram, Die verdrängte Katastrophe, in Der Spiegel, 13.5.2017, p. 84-85

 

PALESTINA – ISRAEL IN DE PARLEMENTEN

Geruime tijd terug beslisten wij in onze nieuwsbrief een beknopt overzicht te geven van de initiatieven rond Israël-Palestina die onze politici nemen in én buiten de parlementen. Zo blijft u als sympathisant op de hoogte welke politici werkelijk hard werken aan mensenrechten.

Vragen en initiatieven uit het federale parlement

Beleid Donald Trump rond tweestatenoplossing

Vincent Van Peteghem (CD&V) uitte zijn bezorgdheid over een opmerking van de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump, die zou gezegd hebben dat hij niet langer streeft naar een tweestatenoplossing maar de finale oplossing ‘over wil laten aan wat Palestina en Israël het beste achten’. Van Peteghem vraagt minister Reynders ook hoe hij de zaak ziet evolueren. Minister van Buitenlandse Zaken Reynders antwoordde dat het officiële standpunt van de VS nog steeds blijft dat men voorstander is van een tweestatenoplossing en zegt ook zélf nog steeds het principe van een ‘onderhandelde tweestatenoplossing’ te ondersteunen. (Reynders antwoordde net zoals eerder dat hij géén gebruik wil maken van sancties om Israël onder druk te zetten.) 

Israëlische nederzettingenpolitiek en het bezoek van premier Michel aan mensenrechtengroepen

Raoul Hedebouw (PVDA), Gwenaëlle Grovonius (PS) en Wouter De Vriendt (GROEN!) stelden vragen over de nog steeds voortgaande Israëlische nederzettingenpolitiek en het bezoek aan premier Michel aan enkele Israëlische mensenrechtengroepen, waarop Israël verontwaardigd reageerde. De drie politici stelden de vraag of het opportuun is om in de huidige omstandigheden de samenwerking met Israël verder te verdiepen via o.a. het zogenaamde Associatieakkoord, en benadrukten de noodzaak van sancties om zo druk uit te oefenen op Israël. Wouter De Vriendt vroeg ook waarom een bezoek aan Hebron met Israëlische mensenrechtengroepen werd afgezegd. Premier Michel benadrukte in zijn antwoord contact met Israëlische mensenrechtengroepen belangrijk te vinden maar stelde duidelijk niet bereid te zijn tot enige vorm van sancties t.o.v. Israël.

Law-train, palestijnse vluchtelingen en invoer illegale nederzettingenproducten

Raoul Hedebouw (PVDA), Gwenaële Grovonius (PS)en Wouter De Vriendt (GROEN) vroegen of het opportuun is om met Israël samen te weken rond LAW-TRAIN,  het omstreden samenwerkingsproject, waarin de KU-Leuven en het Belgische ministerie van justitie samenwerken met de Israëlische politie rond ondervragingstechnieken. Omwille van de slechte reputatie van Israël rond mensenrechten kreeg dit project al veel kritiek, ook vanuit de KU-Leuven zélf, en veel Europese onderzoeksinstituten weigerden deel te nemen. De KU-Leuven neemt als enige Europese universiteit deel aan dit project.

Hedebouw wees nog op het feit dat Israël het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen nog steeds niet erkent en benadrukte dat Israël zijn politiek niet zal bijsturen zolang wij niet bereid zijn om desnoods sancties op te leggen.

Wouter De Vriendt pleitte tevens voor een verbod op de invoer van producten uit de illegale Israëlische nederzettingen.

Heropbouw Gazastrook

Gwenaëlle Grovonius (PS) stelde een vraag over de financiële steun voor de heropbouw van de Gazastrook. Een groot deel van de internationale steun die hiervoor beloofd werd ná de oorlog van 2014 laat nog steeds op zich wachten met alle gevolgen van dien voor de noodlijdende bevolking. Minister De Croo antwoordde dat ons land op verschillende manieren financieel bijdraagt aan de heropbouw van de Gazastrook, maar gaf geen antwoord op de vraag van Grovonius wat ons land gaat doen om te maken dat de hiervoor benodigde bouwmaterialen ook eindelijk vlotter kunnen worden ingevoerd.

Vragen en initiatieven uit het Vlaamse parlement

Vraag over geweigerde dual-use-producten en law-train

Tine Soens (SP-A): stelde twee vragen over geweigerde vergunningen van dual-use-producten (producten die zowel kunnen gebruikt worden voor wapens als civiele doeleinden), en stelde ook een vraag over LAW-TRAIN. In haar antwoord verwees minister Hilde Crevits naar Europarlementslid Bart Staes, die reeds een vraag stelde over LAW-Train aan EU-commissaris Carlos Moedas. (Deze scheen te vinden dat ‘alle voorschriften en regels hieromtrent werden nageleefd’). Minister Crevits verwees ook nog naar de discussie die hierover bezig is in de academische wereld zélf. Tine Soens liet merken dat zij met dit antwoord helemaal niet tevreden was aangezien er in de praktijk helemaal geen garantie is dat deze kennis niet ook zal gebruikt worden voor politie- of militaire doeleinden. Verder wees zij er op dat de Europese Commissie wél graag spreekt over een ethische toets maar het in de praktijk geen probleem schijnt te vinden dat Israëlische ondernemingen die actief zijn in de illegale nederzettingen kunnen genieten van Europese financiering. Ook werd gewezen op het feit dat Portugal omwille van het omstreden karakter ondertussen uit het project is gestapt.

Standpunt CD&V

Enige tijd terug stuurden wij een standpunt rond van de Gentse professor Herman De Ley, waarin deze pleit dat boycot en sancties tegen Israël ‘een morele plicht is’. Hierop kwam via mail een beleefd antwoord van CD&V, waarin men stelt voorstander te zijn van de tweestaten-oplossing maar tégen elke vorm van BDS of sancties. Hoe CD&V zonder enige vorm van sancties denkt Israël te kunnen overtuigen akkoord te gaan met die tweestaten-oplossing, nu Israëlische politici zich recent steeds méér tégen de tweestaten-oplossing uitspreken, en publiekelijk aankondigen grote stukken Palestijns gebied te willen annexeren, (wat in de praktijk de doodsteek zal zijn voor de tweestaten-oplossing), konden wij uit het standpunt van CD&V jammer genoeg niet afleiden. 

 

LEES EENS

Een land zonder grenzen

Via de schrijver Nir Baram, kom je in contact met vele mensen en meningen, meer dan in andere boeken het geval is.

De verdienste van de schrijver is immers dat hij met honderden mensen gesproken heeft, Arabieren en Joden, mannen en vrouwen, jong en oud, uit alle klassen van de maatschappij en vooral geluisterd naar hun leven, ambities en doelen voor de toekomst.

Een jaar lang reist hij hiervoor van kibboets naar vluchtelingenkamp en van buitenpost van kolonisten naar buitenwijken van Jeruzalem. Hij voelt iedereen aan de tand: jongeren en bejaarden, armen en rijken, mannen en vrouwen, seculiere en orthodoxe joden, ex-gevangenen, politici en activisten. Hij luistert, stelt vragen, noteert en maakt ten slotte in ‘Een land zonder grenzen’ een degelijke balans op.

Terwijl in het Westen het conflict tussen Joden en Palestijnen enkel in zwart-wit termen wordt uitgevochten, treffen we in dit boek een overvloed aan meningen, standpunten en overtuigingen aan: onverzoenlijke naast gematigde, vooruitstrevende naast conservatieve, beschaafde naast barbaarse.

Ook voor wie al veel over het Israëlisch-Palestijns conflict gelezen heeft is dit boek een echte aanrader.

Nir Baram, Een land zonder grenzen, Bezige Bij 2016, 271 pag

ACTUELE NOTITIES

  • Solidariteitsactie in Brussel tegen 50 jaar Israëlische bezetting: waar ligt de grens?
  • En wat deden onze politici in juni 1967?
  • Palestijnse clown Abu Sakha dan toch vrij na 21 maanden administratieve detentie?
  • Vernietigend verlies aan steun voor Israël onder Joodse studenten in de VS
  • Roger Waters van Pink Floyd protesteert tegen optreden Radiohead in Tel Aviv
  • Gemeente Molenbeek keurt motie goed over ethiek en openbare aanbestedingen
  • Open brief van christelijke organisaties in Palestina aan de Wereldraad der Kerken
  • Ook dit nog

Solidariteitsactie in Brussel tegen 50 jaar Israëlische bezetting: waar ligt de grens?

Op 6 juni organiseerden 11 11 11, CNCD en het Midden-Oostenplatform waarvan Palestina Solidariteit lid is, een symbolische actie aan de voet van de Kunstberg in Brussel. Een honderdtal sympathisanten hielp mee om een groene loper van 200 meter uit te rollen. Met deze actie wilden ze protesteren tegen de Israëlische kolonisatie van de bezette Palestijnse gebieden. Ze eisten dat de Europese Unie en België sancties tegen Israël nemen, zoals een invoerverbod van Israëlische producten, zolang Israël de VN-resolutie 242 van 22 november 1967, namelijk de terugtrekking uit de bezette gebieden, niet toepast.

Bovendien ondertekenden 100 personaliteiten een tekst tegen 50 jaar Israëlische bezetting. Vermelden we hier onder andere Tarik Ali (Engelse schrijver), Lucas Catherine (auteur), Daan (zanger), Marc David (emeritus UA), Angela Davis (Amerikaanse activiste), Herman De Ley (Ugent), Charles Ducal (dichter), Richard Falk (Amerikaanse prof Internationaal recht), Pierre Galand (voorzitter ABP), Bichara Khader (UCL), Rachida Lamrabet (juriste), Marijke Pinoy (actrice), Bogdan Vanden Berghe (11 11 11), Marc Van Ranst (arts), Dominique Vidal (Franse journalist), Dominique Willaert (Victoria Deluxe).

Meer info: http://www.association-belgo-palestinienne.be/100-personnalites-contre-50-ans-doccupation/

En wat deden onze politici in juni 1967?

Toen begin juni de zesdaagse oorlog uitbrak, stond het Belgisch parlement bijna in rep en roer. Heel wat volksvertegenwoordigers liepen geregeld de kantine binnen om de radioberichten te beluisteren over de “vooruitgang” van het Israëlisch leger op de Westelijke Jordaanoever en in de Egyptische Sinaïwoestijn. Heel wat gevangengenomen Egyptische soldaten werden toen, zoals in 1956, door het Israëlische leger gedood.

Op 8 juni werd een pro-Israëlische betoging georganiseerd door het Rassemblement Belge pour Israël. Op de eerste rij stapten heel wat Belgische politici mee zoals de liberalen Omer Vanaudenhove, Herman De Croo, Jean Gol en Norbert Hougardy, de socialisten Paul-Henri Spaak en Victor Larock, de katholieken Gaston Eyskens en Theo Lefèvre. Lees: Lucas Catherine, De Israëllobby, EPO, Berchem, p. 48.

Palestijnse clown Abu Sakha dan toch vrij na 21 maanden administratieve detentie?

Mohammed Abu Sakha (23 jaar) is circusperformer en maakt shows. Hij is ook trainer en geeft lessen aan 150 kinderen (onder wie 30 met een beperking) over de hele West Bank. De Palestijnse circusschool is in Birzeit gevestigd. Op 14 december 2015 was hij op bezoek bij zijn ouders in Jenin ten noorden van Nablus. Toen hij naar Birzeit terugkeerde, werd hij aan het checkpoint van Za’atara door het Israëlische leger opgepakt en in de gevangenis van Megiddo onder administratieve detentie geplaatst. Bij een administratieve hechtenis wordt de persoon opgesloten zonder aanklacht noch proces. Het aanhoudingsbevel kan telkens door de militaire rechtbank met zes maanden verlengd worden zodat de familie niet weet hoelang de gedetineerde zal vastzitten. Naast deze onzekerheid is er nog het feit dat de gevangene in Israël, dus buiten de bezette gebieden, opgesloten zit. Dit is in strijd met het internationaal humanitair recht. De familie moet telkens de toelating van Israël krijgen om hem te bezoeken. Het bewijsmateriaal is geheim en de advocaat heeft geen recht op inzage van het dossier.

Op 17 april van dit jaar deed hij mee met de hongerstaking in de Israëlische gevangenissen samen met meer dan duizend Palestijnse gevangenen. Zijn advocaat bracht de zaak voor het Israëlisch hooggerechtshof en eiste zijn onmiddellijke vrijlating. Het openbaar ministerie vroeg een verlenging van zijn detentie met zes maanden. Op 10 mei besliste het gerechtshof dat zijn bestuurlijke hechtenis voor een laatste keer met drie maand zou verlengd worden. Normaal zal hij dus op 11 september vrij komen. 

In mei zaten er 490 Palestijnen (onder wie 9 parlementsleden) in administratieve hechtenis.

Meer info:

http://www.palcircus.ps/en/content/updates-case-mohammad-abu-sakha-freeabusakha

https://972mag.com/israel-holding-palestinian-clown-in-administrative-detention/117531/

http://www.addameer.org/the_prisoners/administrative_detainees

http://www.addameer.org/israeli_military_judicial_system/administrative_detention

http://www.btselem.org/topic/administrative_detention

http://www.un.org/apps/news/story.asp?NewsID=50546#.Vnly5_l96M8

http://www.worldbulletin.net/world/167672/israel-held-5000-palestinians-in-admin-detention-in-10-years

Vernietigend verlies aan steun voor Israël onder Joodse studenten in de VS

Een nieuw onderzoek van de Brand Israel Group in de VS stelt vast dat er onder Joodse studenten in de VS een groot verlies aan steun is voor de staat Israël.

Uit het onderzoek blijkt dat de kennis van Israël landelijk is toegenomen van 23 naar 37%. Deze toename van kennis loopt parallel met een afname van populariteit van Israël (van 76% naar 62%). Onder Joods studenten is de afname van populariteit dramatisch: tussen 2010 en 2016 zakte de steun voor Israël met 27%.

De achtergrond van de Amerikaanse steun voor Israël is het idee dat beide landen gezamenlijke waarden delen. Uit dit onderzoek blijkt dat een steeds groter deel van de studenten hier niet meer in gelooft. Ervaringen van Joodse studenten met antisemitisme verandert niets aan hun attitude tegenover de staat Israël. Steeds meer studenten zien Israël als een onderdrukker. Lees ook: http://www.timesofisrael.com/devastating-survey-shows-huge-loss-of-israel-support-among-jewish-college-students/

Roger Waters van Pink Floyd protesteert tegen optreden Radiohead in Tel Aviv

De Engelse muziekgroep Radiohead die op 30 juni in Rock Werchter optrad, heeft een petitie naast zich neergelegd, waarin gevraagd werd om niet op 19 juni in het Hayarkon Park van de Israëlische hoofdstad Tel Aviv te spelen. Roger Waters, gitarist van de rockband Pink Floyd, antwoordde aan Tom Yorke, de zanger van Radiohead, dat hij niet in Israël optreedt zolang de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden voortduurt.

Gemeente Molenbeek keurt motie goed over ethiek en openbare aanbestedingen

Op 26 april heeft de gemeenteraad van Sint-Jans-Molenbeek een motie goedgekeurd die ervoor moet zorgen dat de mensenrechten en het internationaal recht gerespecteerd worden bij openbare aanbestedingen. Er wordt verwezen naar het advies van het internationaal gerechtshof van 9 juli 2004 over de bouw van de apartheidsmuur (https://www.law.kuleuven.be/iir/nl/onderzoek/opinies/MuurSten.pdf). Artikel 1 van de motie bepaalt het volgende: Een kandidaat die bijdraagt aan activiteiten strijdig met de mensenrechten en het internationaal recht, kan daardoor van een openbare aanbesteding worden uitgesloten.

Gemeenteraadslid en initiatiefnemer Dirk De Block (PvdA) noemt het beveiligingsbedrijf G4S als voorbeeld. Dat bedrijf werd door de gemeente aangenomen om het geld van de parkeermeters op te halen, terwijl het betrokken was bij de Palestijnse bezetting. Door de motie zou de gemeente de samenwerking met G4S kunnen stopzetten als het bedrijf zich niet schikt naar die normen.

De Block hoopt dat de motie andere gemeenten en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal inspireren. “Steeds vaker dienen de openbare aanbestedingen als hefboom voor een ethisch, duurzaam, ecologisch en sociaal beleid. Hier voegen we daar nog de mensenrechten aan toe“, zegt hij.

Een dertigtal pro Palestijnse militanten en leden van de Palestijnse gemeenschap woonden de zitting van de gemeenteraad bij.

Lees ook: http://www.bruzz.be/nl/actua/molenbeek-boycot-bedrijven-die-mensenrechten-schenden.

Open brief van christelijke organisaties in Palestina aan de Wereldraad der Kerken

In een open brief heeft de Nationale Coalitie van Christelijke Organisaties in Palestina (NCCOP) de Wereldraad van Kerken opgeroepen om:

  • Israël af te wijzen als apartheidsstaat;
  • de Britse Balfour verklaring van 1917 (over een joodse nationale haard in Palestina) te veroordelen;
  • het christenzionisme af te wijzen;
  • het religieus extremisme en het idee van een theocratie te verwerpen;
  • bestaande partners te onderzoeken op hun houding tegenover Palestina en eventueel relaties te verbreken;
  • een economische, culturele en academische boycot van Israël te ondersteunen.

Aan het slot van de verklaring stelt men dat de bezetting onhoudbaar is geworden. Het is dringend noodzakelijk te handelen.

De verklaring werd ondertekend door meer dan 30 christelijke organisaties.

De volledige tekst is te vinden in: https://www.article1collective.org/nl/2017/06/open-brief-van-de-nationale-coalitie-van-christelijke-organisaties-in-palestina-nccop-aan-de-wereldraad-van-kerken-en-de-oecumenische-beweging/

Ook dit nog

  • De auteurs Geert van Istendael en Benno Barnard hebben een open brief geschreven aan de voorzitter van schrijversvereniging PEN-Vlaanderen. De brief gaat over een nieuw lid van PEN-Vlaanderen, namelijk de schrijfster en juriste Rachida Lamrabet. Ze vinden dat haar ontslag door het gelijkekansencentrum UNIA niets te maken heeft met de vrijheid van meningsuiting. Zou het louter toeval zijn dat Lamrabet hun mikpunt van kritiek is, als men weet dat van Istendael en Bernard Israël steeds door dik en dun verdedigen, terwijl Lamrabet de petitie van BACBI (Belgian Campaign for an Academic and Cultural Boycott of Israël) ondertekend heeft? 
  • Op 1 juni werden de nieuwe gebouwen van de Palestijnse ambassade in België ingehuldigd. Het adres is: Oudergemlaan 269 te 1040 Etterbeek. Naar aanleiding hiervan kende de Palestijnse president Abbas de ster van de verdienste toe aan vier Belgische personaliteiten: de cineast Michel Kleifi, de in 1981 te Etterbeek vermoorde PLO-vertegenwoordiger Naïm Khader, de in 1986 overleden professor Marcel Liebman en de in 2015 overleden Franstalige journalist André Dartevelle.
  • Op 24 mei werd zoals jaarlijks de “Jerusalem Day Flag Parade” gevierd. Om de vijftigste verjaardag van de Israëlische verovering van Oost-Jeruzalem te vieren, paradeerden tussen de dertig- en veertigduizend zionisten met Israëlische vlaggen door Jeruzalem onder de bescherming van het Israëlische leger. Ze riepen slogans zoals: “Dit land behoort ons toe, we geven het aan niemand weg” en “Mohammed is dood”. Zie ook: https://electronicintifada.net/content/video-let-palestine-be-wiped-out-sings-jerusalem-day-mob/20651?utm_source=EI+readers&utm_campaign=d14e318668-RSS_EMAIL_CAMPAIGN&utm_medium=email&utm_term=0_e802a7602d-d14e318668-299150125.
  • Op 19 april 2017 heeft het stadsbestuur van Barcelona opgeroepen om iedere medewerking met de Israëlische bezetting stop te zetten. Men roept andere gemeenten op geen contracten te tekenen met bedrijven die betrokken zijn bij projecten in de bezette gebieden. Inmiddels hebben meer dan 70 Spaanse gemeenten een vergelijkbare opstelling gekozen. Lees ook: https://bdsmovement.net/news/historic-decision-barcelona-city-council-votes-end-complicity-israeli-occupation-illegal.
  • De Israëlische staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken Tzipi Hotovely die gelooft dat Israël het land is dat God aan de joden beloofd heeft, verklaarde onlangs over de zesdaagse oorlog van juni 1967: “We zien dit niet als een bezetting, mensen kunnen hun eigen land niet bezetten.” (The New Times, 7.6.2017, p. 4)
  • De Israëlische schrijver David Grossman, die ook een zionist is, maar toch zijn kritiek op Israël niet spaart, ziet de bezetting toch wat anders: “Kan een natie die al vijftig jaar lang een ander volk bezet en van zijn vrijheid berooft, echt beweren dat ze een democratie is?” (De Standaard, 19.6.2017, p 31).
  • De Israëlische gewetensbezwaarde Atalya Ben-Abba werd na 110 dagen gevangenis vrijgelaten en ontslagen van haar legerdienst. Ze weigerde deel te nemen aan de al vijftig jaar durende bezetting en aan de onderdrukking van een ander volk (https://outlook.live.com/owa/?path=/mail/AQMkADAwATNiZmYAZC1kMzY0LTY3YmYtMDACLTAwCgAuAAADQoE%2BEFGjLUO8zwRwFWk6pQEATTtbdEm36EydN3TngmH5gAAAAgFcAAAA/rp).
  • De Israëlische antizionistische activist Michel Warschawski vindt dat de Amerikaanse president Donald Trump zich meer onafhankelijk opstelt dan de democratische presidentskandidate Hilary Clinton tegenover de pro-Israëlische lobby (Siné Mensuel, juni 2017, p. 23).
  • De Israëlische minister van Defensie Eli Ben Dahan noemde de Palestijnen “beesten” (http://www.timesofisrael.com/new-deputy-defense-minister-called-palestinians-animals/). Voor meer respectvolle en kritische uitspraken van Israëlische of joodse personaliteiten verwijzen we de lezer naar volgende link: https://www.palestinasolidariteit.be/heel-interessante-uitspraken-van-actieve-joden-en-joodse-isra%C3%ABli%E2%80%99s.
 

Inleefreis naar Palestina: je moet het zelf gezien hebben!

Een paar quotes van onze vroegere reiziger

Heel lekker! Al veel gelezen, maar zien is helemaal anders! Zo’n vriendelijke mensen! Onvoorstelbaar! Je moet het zelf gezien hebben!

Geniet van de Oosterse cultuur, gastvrijheid en natuur. Ervaar zelf hoe het is om in een land vol conflicten je dagelijkse bezigheden te doen.

Bezoek Hebron waar het hele centrum is afgesloten ter protectie van een groep Israëlische kolonisten in het centrum van de stad. Maar ook Bethlehem, Ramallah, Jeruzalem, Tel Aviv, een kolonie, Palestijnse boeren, diverse organisaties, Israëlische vredesorganisaties, ex-soldaten die zich uitspreken, orthodoxe zionistische kolonisten, de apartheidsmuur, vluchtelingenkampen, …

Palestina Solidariteit organiseert een inleefreis in juli

De reis wordt voorafgegaan door 3 voorbereidende vergaderingen en achteraf is er een evaluatiebijeenkomst.
Onze inleefreis duurt 10 dagen en kost 1100 EUR. Inbegrepen: volpension, transport, inkom en gids ter plaatse. Niet inbegrepen: vlucht, extra drank en persoonlijke uitgaven. De reis gaat door als er tenminste 11 inschrijvingen zijn.

Inschrijven en meer info bij: info@palestinasolidariteit.be

Kijk ook op: https://www.palestinasolidariteit.be/solacties/inleefreizen of https://palestinasolidariteit.be/content/op-inleefreis-naar-palestinaisra%C3%ABl

Solidariteitsmaal van Palestina Solidariteit

Palestina Solidariteit, met bijna 30 jaar werking rond het thema Palestina, wil u op 28 oktober graag laten kennis maken met ‘De verloren schatten van Palestina vóór 1948’. Wij bieden u hierbij een hapje en een drankje aan. Nadien geniet u van een typisch Palestijnse maaltijd: makloeba (rijst, kip, bloemkool, wortel, aubergine), heerlijke hommos en falafel (vegetarisch) en een Oosterse ovenschotel.

Iedereen is vanaf 17.30 u. welkom in de Romerozaal, Rijweg 110B te 2870 Puurs en vanaf 18.00 uur start het programma.

18:00: Welkom en ‘De verloren schatten van Palestina voor 1948‘.

18:45: Palestijnse maaltijd

En natuurlijk ook praten en discussiëren met Palestina activisten en sympathisanten.

Voor, na en tijdens de Palestijnse maaltijd, kan je terecht op onze stand met boeken, films, infomateriaal en vooral ook nieuw actiemateriaal uit Palestina zoals T-shirts, sleutelhangers, enz.

De opbrengst van de avond gaat naar de werking van Palestina Solidariteit. Uw steun is essentieel voor onze werking. Dank bij voorbaat!

Adres: Romerozaal Rijweg 110B te 2870 Puurs

Organisatie: Palestina Solidariteit

Prijs: Kinderen van 6 tot 12 jaar 5 EUR (gratis onder de 6 jaar), volwassenen 15 EUR.

Reservatie: Inschrijven voor 26 oktober: info@palestinasolidariteit.be: vermeld je naam en adres plus het aantal volwassenen, kinderen en vegetariër.

Betalen: Storten op: Palestina Solidariteit: IBAN: BE64 5230 8014 8852 BIC: TRIOBEBB. Betalen kan ook ter plaatse als je ingeschreven bent.

Maak van Palestina Solidariteit vzw uw erfgenaam

Wat is een legaat?

Een legaat is de uiterste wilsbeschikking (testament) waarbij de erflater aan één of meer personen al de goederen (niets uitgezonderd) geeft, die hij bij zijn overlijden zal nalaten. Dat kan zowel aan een persoon zijn als aan een instelling die het recht heeft om legaten te aanvaarden, zoals Palestina Solidariteit vzw. Sommige erfgenamen worden door de wet beschermd en hebben recht op een bepaald deel van uw nalatenschap.

Maar u beschikt steeds vrij over het overblijvende deel. U kunt dus een legaat schenken aan Palestina Solidariteit en alzo de Palestina-werking in Vlaanderen steunen.

Hoe schenkt u Palestina Solidariteit een legaat?

Het volstaat om in uw testament te vermelden dat u een deel, of heel uw bezit als u geen wettelijke erfgenamen hebt, nalaat aan de vzw Palestina Solidariteit. U kunt dit zowel in een handgeschreven als in een notarieel testament doen. Een handgeschreven testament is door u eigenhandig geschreven, gedateerd en getekend. In een notarieel testament schrijft de notaris neer wat u dicteert, waarna u het ondertekent. Voor alle zekerheid raden wij u aan om uw testament steeds in bewaring te geven bij een notaris.

Fiscaal voordelig

Een legaat aan Palestina Solidariteit is fiscaal aantrekkelijk.

Palestina Solidariteit moet immers maar 8,8 % successierechten betalen wanneer de persoon die het legaat overmaakt, in Vlaanderen woont. Uw erfenis komt dus voor meer dan 90 % ten goede aan de werking van Palestina Solidariteit.

Het duolegaat

Wanneer u geen kinderen heeft en uw bezittingen wil nalaten aan erfgenamen die niet in rechte lijn zijn, kan u een duolegaat overwegen.

Met een duolegaat bevoordeelt u zowel uw erfgenamen als Palestina Solidariteit. In dat geval betaalt Palestina Solidariteit de successierechten van de andere erfgenaam. Zo ontvangen uw erfgenamen uiteindelijk een groter bedrag, en steunt u tegelijkertijd Palestina Solidariteit.

De voordelen van een duolegaat

Met een duolegaat kunt u heel wat successierechten uitsparen.

U schenkt aan een goed doel, bijvoorbeeld Palestina Solidariteit, en tegelijk bevoordeelt u uw erfgenamen. Palestina Solidariteit betaalt in dat geval immers de volledige successierechten voor uw erfgenamen, tegen het gunsttarief van 8,8%. Dus alle partijen winnen hierbij, met de overheid als vrijwillige verliezer.

Een duolegaat moet voldoen aan drie voorwaarden:

  • Er moet een testament zijn.
  • Er moet een legaat zijn ten voordele van één of meerdere personen.
  • Er moet een tweede legaat zijn ten voordele van een erkende organisatie, zoals vzw Palestina Solidariteit, die alle successierechten van de eerste persoon moet betalen.

Voorbeeld

Bij een gewoon legaat:

Peter is kinderloos. Hij laat 25 000 euro na aan zijn nichtje Marieke.

  • Marieke betaalt 45% successierechten op de schijf tot 75 000 euro (hoogste tarief voor neven, nichten, tantes, ooms en ‘vreemden’) = 25.000 x 45% = 11 250 euro.
  • Marieke houdt (25 000 – 11 250 =) 13 750 euro over.

Bij een duolegaat:

Peter verdeelt zijn vermogen van 25 000 euro tussen zijn nichtje Marieke die 15 000 euro krijgt en Palestina Solidariteit vzw dat 10 000 euro krijgt.

  • Marieke betaalt geen successierechten. Die worden immers betaald door de vzw Palestina Solidariteit. Zij houdt dus netto 15 000 euro over.
  • Palestina Solidariteit betaalt:

– 15 000 x 45% (de successierechten van het deel dat Marieke krijgt tegen het tarief tussen ooms en nichten) = 6 750 euro

– 10 000 x 8,8% (de successierechten van het deel dat Palestina Solidariteit krijgt, tegen het voorkeurtarief voor erkende organisaties) = € 880

Samen een totaal van 7.630 euro. Palestina Solidariteit houdt dus netto (10 000 – 7 630=) 2 370 euro over.

Opgelet, het duolegaat levert niet altijd een (even groot) voordeel op, al was het maar omdat de successierechten variëren volgens de graad van verwantschap. Als u overweegt een deel van uw vermogen aan een erkende organisatie na te laten, raadpleeg dan altijd een notaris en laat de berekening maken in uw specifieke geval.

Palestina Solidariteit vzw besteedt uw geld goed.

De notaris waakt erover dat uw testament correct wordt uitgevoerd. Maar u kunt in uw testament ook een testamentuitvoerder aanstellen, meestal een vriend of een lid van de familie. Die waakt nog eens extra over de goede aanwending van uw legaat.

Palestina Solidariteit vzw engageert zich om uw bijdrage zo goed mogelijk te laten renderen, zodat u, ook als u er niet meer bent, heel wat mensen een beetje gelukkiger kan maken.

Meer informatie?

Is iets u niet duidelijk of wil u gewoon even met iemand van de vzw Palestina Solidariteit van gedachten wisselen over een legaat of duolegaat, aarzel niet om ons te contacteren.

secretariaat@palestinasolidariteit.be  Tel: 02-501 67 49 of 0499 91 32 14

info@palestinasolidariteit.be

https://palestinasolidariteit.be/content/maak-van-palestina-solidariteit-vzw-uw-erfgenaam

KALENDER

Hieronder een greep uit de uitgebreide kalender. Meer gedetailleerde informatie en een ruimer aanbod vindt u terug op onze website.

Couleur aan Zee.

Wanneer? Zaterdag 8 juli.

Waar? Epernayplein 8430 Middelkerke.

Wat? Infostand Palestina Solidariteit.

Gentse Feesten.

Wanneer? Zaterdag 22 en zondag 23 juli.

Waar? Baudelopark in 9000 Gent.

Wat? Infostand Palestina Solidariteit en Gents Actieplatform Palestina (GAPP).

Kunsten- en Zuidergekte Markt.

Wanneer? Zondag 27 augustus.

Waar? Markt 1 te 2440 Geel.

Wat? Infostand Palestina Solidariteit.

Ubuntu festival.

Wanneer? Zaterdag 9 en zondag 10 september

Waar? Boom park, Acacialaan 13 te 2850 Boom, bij voetbalstadium van FC Rupel Boom.

Wat? Infostand Palestina Solidariteit.

Café Palestine (in het Engels). Organisatie: Palestina Solidariteit, ABP, Intal en individuele vrijwilligers.

Wanneer? Donderdag 14 september om 19.00 uur.

Waar? Café Goudblommeke in Papier, Cellebroerstraat 55, 1000 Brussel.

Manifiesta.

Wanneer? Zaterdag 16 en zondag 17 september.

Waar? Kapelstraat 76 te 8450 Bredene.

Wat? Infostand Palestina Solidariteit en debat “Palestina 100 jaar medeplichtigheid” met Richard Falk en Alain Gresh.

Palestine for dummies. Inschrijven verplicht: info@palestinasolidariteit.be.

Wanneer? Dinsdagen 10, 17 en 24 oktober vanaf 19.00 uur.

Waar? Vierwindenstraat 60, 1080 Brussel.

Aan tafel voor Palestina.

Wanneer? Zaterdag 28 oktober vanaf 17.30 uur.

Waar? Romerohuis, Rijweg 110B te 2870 Puurs.

Wat? Benefietmaaltijd voor de werking van Palestina Solidariteit vzw.

Wilt u deze nieuwsbrief niet langer ontvangen? Stuur dan een email met de vermelding “Uitschrijven nieuwsbrief” naar ons e-mailadres secretariaat AD palestinasolidariteit.be

Volg ons ook op Facebook.

Palestina Solidariteit kan alleen maar functioneren dankzij uw gulle gift. Schenk uw bijdrage op IBAN: BE64 5230 8014 8852; BIC: TRIOBE91. Giften zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 40 euro.

Ontdek meer

Geef je op voor onze nieuwsupdates
en mis niets meer !

Doe een gift

U kan een gift doen door geld te storten op

IBAN: BE64 5230 8014 8852

BIC: TRIOBEBB

Op naam van: Palestina Solidariteit vzw, Adres: Ectorsstraat 19, 3400 Landen

Met vermelding van : binnenlandse werking en/of project Palestina + naam project

Bedrag





Voor een gift van €40 geniet je een fiscaal voordeel van maar liefst €18. Het kost je dus uiteindelijk slechts €22! 

Stuur dan wel een email met de gegevens van de donor (naam, adres en geboortedatum) naar info@palestinasolidariteit.be